Elke wintersporter heeft zijn eigen wensen bij de keuze van een skigebied. De één houdt van knusse dorpsgebieden, de ander wil zoveel mogelijk pistekilometers maken. Met kleine kinderen heb je andere eisen dan met tieners. En levensgenieters verblijven doorgaans niet in hetzelfde gebied als budgetskiërs. Wij zochten per categorie de beste skigebieden uit.

Het spectaculairste stukje Alpen zijn de Dolomieten, waar de bijzonder grillige en puntige rotspartijen doen vermoeden dat deze bergen vorig jaar nog maar ontstonden

Chamois behoort zonder twijfel tot de best bewaarde wintersportgeheimen van Italië. Het dorp ligt bovenop een duizelingwekkend hoge klif in het Aosta-dal, vlakbij superskigebied Cervinia-Zermatt én de Matterhorn. Door die precaire locatie kun je er alleen komen per gondellift. Nog niet eens zo heel lang geleden alleen nog maar te voet. Dit is dan ook de ultieme rustoase in de sneeuw. De pistes zijn zelfs in het weekend bijzonder rustig en snijden dwars door het dorp. Langs het pittoreske kerkje en een handvol boerderijen en koestallen. Met een ligging tussen 1800 en 2400 meter zijn de vijf afdalingen zeer sneeuwzeker. Wilde après-ski zal je hier niet vinden, maar eten, drinken en slapen kan prima in een van de hotel-restaurants. Tip: Die serveren overigens stuk voor stuk uitstekende, zelfgestookte grappa. Info: www.infochamois.it
Andere aanraders: Mürren en Belalp (beide Zwitserland), Baad (Kleinwalsertal/Oostenrijk), Gålå (Noorwegen) en Pfelders (Italië)

Het spectaculairste stukje Alpen zijn de Dolomieten, waar de bijzonder grillige en puntige rotspartijen doen vermoeden dat deze bergen vorig jaar nog maar ontstonden. De concurrentie is groot, maar een van de mooist gelegen skioorden in de Dolomieten is Corvara in Zuid-Tirol. Een knus Alpendorp omringd door rotspartijen als gotische spookkastelen. Huur daar een hotelkamer of chalet met uitzicht en het gevaar bestaat dat je de hele week niet buiten komt. Alta Badia heeft een directe aansluiting op de Sella Ronda. Deze skitocht voert volledig rond het Sella-massief en moet iedere wintersporter ooit gedaan hebben. Süd-Tirol in Duitstalig Italië is sowieso een aanrader, door die onnavolgbare combinatie van Tiroler no-nonsense en Italiaans Dolce Vita.
Andere aanraders: Kleine Scheidegg (Zwitserland), Chamo-
nix (Frankrijk), Val Gardena (Italië) & Zermatt-Cervinia (Zwitserland/Italië)

Skigebieden worden steeds groter door nieuwe skiliftverbindingen die twee gebieden laten samensmelten tot één supergebied. Zo zijn heel wat skidorpen de afgelopen jaren flink gegroeid qua pistekilometers. Het Franse Trois Vallées blijft nog altijd het mooiste supergebied. Geen enkel skidomein is zo vloeiend en goed verbonden als deze 600 kilometer piste. Bijna nergens hoef je te lopen of je ski’s uit te trekken. Door de dorpen in het gebied kronkelen meer skipistes dan wegen. Wie vroeg opstaat, skiet met gemak 150 kilometer per dag zónder dezelfde piste twee keer te zien. Bovendien sneeuwzeker door de hoge ligging. Ga hier in het laagseizoen. Tijdens de drukste weken staan er vaak lange rijen bij de belangrijke verbindingsliften.
Andere aanraders: Portes du Soleil (Zwitserland/Frankrijk), Espace Killy (Frankrijk), Ischgl/Samnaun (Oostenrijk/Zwitserland) & Quarte Vallées (Zwitserland)

St Tropez in de sneeuw, dat is Megève. Dit skioord nabij de Mont Blanc is geliefd onder filmsterren, royals, oliesjeiks en de Franse elite. Bij een pisterestaurant als Idéal 1850 moet je niet achteloos een flesje bestellen, er staan ook wijnen van € 500 per fles op de kaart. Ook handig: ze hebben er valet parking voor uw ski’s! Net buiten het dorp ligt het drie Michelin-sterren tellend restaurant Flocons de Sel. Je kan hier terecht voor de lunch of diner, waarna je in het charmante centrum kunt genieten van een digestief in casino of jazzclub. Al die luxe betekent niet dat wintersport hier een bijkomstigheid is. Boven Megève strekt zich een schitterend skigebied uit, goed voor zo’n 300 km aan zeer gevarieerde afdalingen.
Andere aanraders: Courchevel (Frankrijk), Lech (Oostenrijk), Cortina d’Ampezzo (Italië) & Gstaad (Zwitserland)

‘Als de kinderen het naar hun zin hebben, dan wij ook’, hoor je regelmatig. Voor een vakantie met tieners geldt dat dubbel. Een goede kans om ze te vermaken biedt een skioord dat beschikt over minstens een groot funpark, een levendig centrum, een zwemparadijs en après-skimogelijkheden. Voor die combinatie kom je al snel in Oostenrijk terecht. In Sankt Anton bijvoorbeeld, gelegen in een van de meest uitdagende skigebieden van de Alpen. De après-ski in dit Tiroler bergdorp is naar Oostenrijkse begrippen zeer beschaafd en er is een geweldig zwemparadijs met binnen- en buitenzwembaden, sauna’s en jacuzzi’s. Sankt Anton heeft ook een groot funpark vol halfpipes en schansen waar men speciale freestyle-cursussen aanbiedt. Kortom, als de tieners zich hier niet vermaken, doen ze het nergens.
Andere aanraders: Laax (Zwitserland), Sölden (Oostenrijk) & Tignes (Frankrijk)

Skiën met kids? Dan kies je best niet voor een megagebied. Bij een kleiner gebied kan je makkelijk je kroost oppikken bij de skischool tussen de middag voor de lunch. Zoek het ook weer niet te klein want je wil zelf ook nog wat te skiën hebben. Het Oostenrijkse Serfaus heeft het aanbieden van kinderfaciliteiten tot kunst verheven. Naast het dalstation zit een kolossale crèche, een compleet deel van de berg is alleen voor de kinderskischool en er zijn zelfs skiliften met zelfsluitende beugels en verlaagde instap. Fijn detail: er werken veel landgenoten als skileraar, terwijl hun Oostenrijkse collega’s verplicht op Nederlandse cursus gaan. En voor u zelf? In het geheel aaneengesloten skigebied (212 km piste) vervelen zelfs cracks zich niet.
Andere aanraders: Brand (Oostenrijk), Les Gets (Frankrijk) & Trysil (Noorwegen)

Wintersport blijft een dure aangelegenheid. Gelukkig zijn er ook budgetopties. In Oost-Europa zijn skipassen en hotels goedkoop (en de skigebieden klein), maar dan moet je ook ver reizen. Nee dan, La Bresse. Dit skioord in de Vogezen ligt op zo’n vijf uur rijden vanaf Brussel, zodat je ten eerste flink bespaart op vervoerskosten. Het bijbehorende skigebied is natuurlijk niet van Alpenformaat, maar Le Bresse biedt toch zo’n 40 km piste verdeeld over 32 afdalingen. Bovendien zijn accommodatie en skipassen er scherp geprijsd: een appartement huur je al vanaf € 500 per week en een tweedaagse skipas kost € 46 voor volwassenen.
Andere aanraders: Grand Valira (Andorra), Les Sybelles (Frankrijk), Spindleruv Mlyn (Tsjechië) & Bansko (Bulgarije)

Beginnende skiërs hebben baat bij een relaxte lesomgeving. Niet midden in het rotsige hooggebergte waar de wind raast en afgronden loeren. Liever in een beschut dal, dat biedt al een psychologisch voordeel. Anderzijds moeten er ook mogelijkheden zijn voor later in de week, wanneer blauwe en wellicht rode pistes in zicht komen. Maar je moet wél helemaal over groene en blauwe pistes terug naar het dal kunnen skiën zonder het risico op een veroordeling tot een zwarte buckelpiste. Al die kwaliteiten biedt het Noorse Hemsedal. Daar krijg je les naast het dalstation op brede, rustige oefenweiden. Vanaf elke lift in het gebied kun je minimaal één blauwe of groene piste kiezen, zelfs op de hoogste top. Zo kunnen ook beginners het maximale uit hun skipas halen.
Andere aanraders: Hochgurgl (Oostenrijk), Les Deux Alpes (Frankrijk) & Alpe d’Huez (Frankrijk)