Het zijn plekken die je zeker niet in elke brochure of website tegenkomt. Plekken waar je geen massa’s hoeft te verwachten. Plekken waar wintersporters met gedempte stem over vertellen. Sssssst… Niet verder delen dus, deze zeven geheimplekken in de Alpen.

Malga Ciapela is geen bekende naam in wintersportland. Toch kan dit dorp in één adem genoemd worden met grootheden als Dolomiti Superski, Sella Ronda en de Marmolada. Het dorp ligt aan de voet van laatstgenoemde berg: hoogste top van de Dolomieten en locatie van de grootste skibare gletsjer van heel die bergketen. Vanuit het dorp voert de Punta Rocca-cabinelift je tot een zeer respectabele 3265 meter. Daar kun je kiezen voor een 12 kilometer lange afdaling over de gletsjer terug naar Malga Ciapela. Dat is slechts één van de vele keuzes, want vanaf de Marmolada liggen de Dolomieten letterlijk aan je ski’s. Via het dorp Arraba bereik je de Sella Ronda, ‘s werelds beroemdste skironde. En met een Dolomiti Superski pas kun je kiezen uit meer dan 1000 km (niet allemaal aaneengesloten) piste door de hele regio. Dit is ook wintersport met historie. Tijdens WO I liep juist hier de frontlinie tussen de Oostenrijk en Italië. Op veel plaatsen vind je nog resten van verdedigingswerken en er is een museum over die tijd. In die oorlog verschansten de Oostenrijkers zich letterlijk in de Marmolada, en creëerden er een ‘stad van ijs’: een huiveringwekkende Eisstadt vol gangen en ruimtes diep in de spelonken van de gletsjer.

www.marmolada.com

Het Oostenrijkse Zug is echt een gehucht, daar is geen twijfel over mogelijk. Er staan slechts een paar dozijn huizen, terwijl accommodaties (appartementen, pensions, een hotel) letterlijk op één hand zijn te tellen. Wat Zug ontbreekt aan faciliteiten, maakt het ruimschoots goed met de ligging. Het dorp ligt namelijk aan de Weisse Ring, de wereldberoemde ronde vanuit Lech door het skigebied Am Arlberg. Overdag is het dan ook ‘druk’ in Zug, en passeren vele skiërs en boarders het dorp. Het betekent ook het dat je vanuit Zug directe toegang hebt tot het enorme – en volgens velen het mooiste skigebied ter wereld Ski Arlberg. Een sneeuwzeker megagebied dat zich inmiddels geheel aaneengesloten uitstrekt van Warth tot St Anton, en van Lech tot Stuben. (De statistieken: 306 km skipiste en 200 km skiroute.) Het mooie van Zug: zodra de liften sluiten is het hier weer muisstil. Dan heb je het gehucht weer voor jezelf, samen met andere toeristen die hier vaak al decennialang komen, plus een enkele boer op leeftijd die hier is geboren en getogen.

www.lechzuers.com/region/zug-am-arlberg

De Tegelberg nabij het stadje Füssen telt precies één cabinelift, een viertal korte sleepliften en 3 kilometer aan geprepareerde familiepistes. Ook is er een 5 kilometer lange, ongeprepareerde en uitdagende skiroute vanaf de Tegelberg. Sneeuwzeker is die afdaling zeker niet. Een skibestemming op zich kun je de Tegelberg dus niet noemen. Want slechts enkele dagen – in een goede winter enkele weken per jaar – zijn de condities hier goed genoeg. Toch kun je hier een van ’s werelds meest bijzondere afdalingen maken. Zo is de Tegelberg één van de eerste echte bergen aan de noordzijde van de Alpen. Daardoor heb je weergaloze uitzichten over de dorpen, meren en voetheuvels richting het noorden, en over een zee van Alpen richting het zuiden. Daarnaast, en dit maakt wintersport hier écht uniek, ski je hier langs het waanzinnig mooi gelegen en minstens zo feeërieke Neuschwanstein. Het is een van de vele paleizen van de romantisch aangelegde (en volgens sommigen historici knettergekke) ‘sprookjeskoning’ Ludwig II. Tip: verblijf in een nabijgelegen skigebied als Pfronten, Oberjoch of Nesselwang (waar je wél genoeg sneeuwzekere pistes vindt) en maak een dagtrip naar de Tegelberg als de condities goed zijn. Onvergetelijk!

www.tegelbergbahn.de

Op een woeste rotskam, hoog boven de Aosta-vallei, ligt het dorp Chamois. Daar balanceert het al eeuwenlang op die desolate plek, vergeten door de tijd. Je kunt er enkel komen over een huiveringwekkend steil voetpad of, iets geschikter voor toeristen, middels een charmante cabinelift. Het dorp zelf is navenant klein en telt slechts een paar restaurants en hotels. Feestgangers en beau monde-types zitten in Chamois dus aan het verkeerde adres. Hier kom je voor de zeer ontspannen sfeer (de hotelier is na een dag je beste vriend) en voor de ultieme rust. Skiën kun je er prima, hoewel de ‘Skirama Chamois’ een nogal pretentieuze naam is voor slechts 8 kilometer piste. Die afdalingen zijn overigens wel zeer sneeuwzeker, en voeren je tot een hoogte van 2512 meter.
Zin in meer actie? Cervinia ligt vlakbij en biedt toegang tot een grandioos skigebied, de hoogste skilift van Europa (Kleine Matterhorn) en ’s werelds langste afdaling (22 km lang non-stop) van diezelfde Kleine Matterhorn naar Valtournenche.

www.lovevda.it

Veel Franse skioorden kenmerken zich door moderne en pragmatische architectuur: vaak een verzameling van grote, kille flats en appartementcomplexen. Bonneval-Sur-Arc onderscheidt zich op karakteristieke wijze van die typisch Franse ‘skifabrieken’. Dit is namelijk een écht dorp. Een dorp waar je de ontberingen van het zware bergleven voelt tussen de eeuwenoude stenen huizen. Waar tijdens een avondwandeling de aangename geuren van haardvuren de stegen vullen. Én een dorp waarvandaan diverse skiliften je tot zo’n 3000 meter boven zeeniveau voeren (totale hoogteverschil: 1150 meter). Kortom: dit is zeker geen sloom familiegebied met een paar pannenkoekenliften. Sterker nog, er zijn vele lange uitdagende afdalingen, met aantrekkeijke namen als Aiglion, Aigle en Troglodyte. Samen goed voor ‘slechts’ 32 km piste, maar tel daar een enorme hoeveelheid aan off-piste opties bij op.

www.haute-maurienne-vanoise.com

De meeste van deze geheimtips zijn kleine oorden, met bijbehorende bescheiden skigebieden. Fiescheralp is zo niet. Dit is het kleinste van drie dorpen op het Aletschplateau in de Zwitserse Alpen. Rondom dit gehucht van enkele tientallen huizen en accommodaties ligt het prachtige skigebied Aletsch Arena. Goed voor meer dan 105 km piste, 15 km skiroute en 35 liften. Deze stek appelleert dus zowel aan kilometervreters en snelheidsduivels, als aan de liefhebber van volkomen rust. Want de drie dorpen op het plateau zijn onbereikbaar per auto; je bereikt Fiescheralp enkel per skilift of te voet. Boodschappen doe je hier per ski en ook na een maaltijd in een van de goudeerlijke bergrestaurants is de piste vaak de enige weg terug naar ‘huis’. Over pistes gesproken: absolute aanraders zijn de afdalingen over en langs de onvoorstelbare grote Aletschgletsjer en de nr. 70, een zwarte piste vanaf de bijna 3000 meter hoge Eggishorn: een afdaling die balanceert over een bergkam met diepe afgronden aan weerszijden.

www.aletscharena.ch

Eén snelle blik op de skikaart van La Grave leert je het volgende: dit is verre van een normaal skigebied. La Grave telt slechts twee skiliften en een luttele drie kilometer geprepareerde skipiste. De langste lift voert je van het dorp (1470 meter) tot een hoogte van dik 3000 meter. Tussen die twee punten is geen enkele geprepareerde piste te vinden: dit is een bestemming voor de echte off-piste junkies. Het dorp staat is dan ook vooral geliefd bij freeriders die hier geduldig wachten op gunstige condities. Lees: wachten op een flinke dump poedersneeuw. Mocht het helemaal tegenzitten? Dan kan je vanaf La Grave met enige moeite ook het megagebied van Les 2 Alpes bereiken. Daarvoor is dan wel een aanvullende skipas nodig. Zitten de omstandigheden mee? Ga dan mee met een skigids en je ontdekt dat de (sneeuw-)hemel zich wel degelijk op aarde bevindt, om precies te zijn op 8 uur en 57 minuten rijden en 914 kilometer van Brussel.

www.la-grave.com