De volgende ochtend vertrekken we met pijn in ons hart. Op naar Crystal, de berg waar Ingrid Backstrom heeft leren skiën. Op naar een nieuw avontuur. Crystal is het grootste skigebied van Washington State maar doet toch klein aan. De liften zijn snel en daardoor zijn de passen aanzienlijk duurder ($65 in plaats van $45 in Baker).
In Crystal ligt er 20 centimeter verse sneeuw op ons te wachten, geen tijd te verliezen dus! Overal waar we kijken zien we mooie lijnen. Waar te beginnen? We raken aan de praat met de skipatrol en zij laten ons trots al hun secrets spots zien, waaronder een onvergetelijke afdaling door het bos, genaamd ‘Damn Fine Forest’. Ik knal een steile wand af en duik vervolgens het bos in met gigantische, oeroude bomen. Eenmaal beneden vraagt iemand me hoe laat het is. Dat lijkt me duidelijk: ‘Time of my life!’ Dacht ik gisteren nog dat niets Baker zou kunnen overtreffen, nu weet ik het niet meer zo zeker.
In de lokale bar, de Snorting Elk, komen we er al snel achter dat we onze reis goed hebben getimed. Crystal heeft in maart meer dan 2,5 meter sneeuw gehad. Maart en april zijn met stip de beste maanden. In januari regent het vaak en februari is de drukste maand. Crystal vangt weliswaar minder sneeuw dan Baker, maar de sneeuw is er lichter en het terrein gevarieerder. Het grote verschil tussen beide gebieden is dat Crystal wat meer bigmountain aanvoelt. Het is voor ons duidelijk, de touropties zijn eindeloos (Silver Basin, South Back, North Back) dus Crystal zal niet snel gaan vervelen!